
zaterdag, september 07, 2002
Het internationaal festival van de fotojournalistiek verwelkomt dezer dagen honderden persfotografen uit de hele wereld. Gewapend met duizenden foto's veroveren ze het Franse stadje Perpignan. Ze tonen prachtige beelden van een harde samenleving.
Visa pour l'image is hiermee aan zijn veertiende uitgave toe. De filmindustrie gaat naar Cannes, de fotojournalistiek trekt naar Perpignan. Het festival is een succes. Het programma wordt gedragen door een reeks grote namen, zoals Magnum en National Geographic. En toch zie je hier geen bekende gezichten. Persfotografen tonen ons de wereld, maar hun aangezicht blijft verborgen. Ze werken achter de schermen, en Visa is dan ook in de eerste plaats een festival voor professionelen uit de sector.
Toch zijn de meesten hier om ideologische redenen. Alles draait om de foto's en om de wereld die ze tonen. Visa pour l'image is in de eerste plaats een trefpunt, een bezinningsplaats. Daarnaast is Perpignan tijdens deze twee weken ook de gedroomde plaats om werk te verkopen. Visa combineert kunst, idealisme en economie. De uitgebreide waaier aan activiteiten maakt het festival toegankelijk voor fotografen, uitgevers, fotoredacteurs, agentschappen en filosofen. Duizenden beelden van meer dan dertig fotografen wekken de oude stad terug tot leven.
Naast deze beeldinvasie organiseert Visa ook een driedaags congres. De debatten lokken dagelijks meer dan vijfhonderd deelnemers, en de discussies (vaak over ethiek) lopen hoog op. Thema's: foto's neem je nooit zomaar, objectiviteit is een illusie, de toekomst van de persfotograaf is onzeker.
Tijdens de slotavond zet Visa enkele opmerkelijke persoonlijkheden in de kijker met de uitreiking van enkele prijzen: de Visa d'Or, de prijs voor de jonge reporter en voor de beste vrouwelijke fotograaf. Ondanks de groeiende economische druk bewijst Visa pour l'image hiermee dat nog altijd een aantal geëngageerde fotografen de wereld voor ons in beeld brengt.
Bron: An Nelissen/De Standaard.
Visa pour l'image is hiermee aan zijn veertiende uitgave toe. De filmindustrie gaat naar Cannes, de fotojournalistiek trekt naar Perpignan. Het festival is een succes. Het programma wordt gedragen door een reeks grote namen, zoals Magnum en National Geographic. En toch zie je hier geen bekende gezichten. Persfotografen tonen ons de wereld, maar hun aangezicht blijft verborgen. Ze werken achter de schermen, en Visa is dan ook in de eerste plaats een festival voor professionelen uit de sector.
Toch zijn de meesten hier om ideologische redenen. Alles draait om de foto's en om de wereld die ze tonen. Visa pour l'image is in de eerste plaats een trefpunt, een bezinningsplaats. Daarnaast is Perpignan tijdens deze twee weken ook de gedroomde plaats om werk te verkopen. Visa combineert kunst, idealisme en economie. De uitgebreide waaier aan activiteiten maakt het festival toegankelijk voor fotografen, uitgevers, fotoredacteurs, agentschappen en filosofen. Duizenden beelden van meer dan dertig fotografen wekken de oude stad terug tot leven.
Naast deze beeldinvasie organiseert Visa ook een driedaags congres. De debatten lokken dagelijks meer dan vijfhonderd deelnemers, en de discussies (vaak over ethiek) lopen hoog op. Thema's: foto's neem je nooit zomaar, objectiviteit is een illusie, de toekomst van de persfotograaf is onzeker.
Tijdens de slotavond zet Visa enkele opmerkelijke persoonlijkheden in de kijker met de uitreiking van enkele prijzen: de Visa d'Or, de prijs voor de jonge reporter en voor de beste vrouwelijke fotograaf. Ondanks de groeiende economische druk bewijst Visa pour l'image hiermee dat nog altijd een aantal geëngageerde fotografen de wereld voor ons in beeld brengt.
Bron: An Nelissen/De Standaard.